Ga naar de inhoud
Beeld: Willeke Machiels

Zijn verenigingen comfortabele bubbels? Of juist een plek waar het niet uitmaakt wie je bent, zolang je maar samen voetbalt of muziek maakt? BrabantKennis verkent het Brabantse verenigingsleven in een briefwisseling met onderzoekers en ervaringsdeskundigen, waaronder de Drag Up Family. Onze Special Manager Maybe Boozegeoisie schreef een brief.  

Meer over het project Drag Up Family

We hebben vaak het beeld van verenigingen als grote verbinder van de Brabantse samenleving. Maar is dat wel zo? En hoe was dat vroeger? BrabantKennis onderzoekt of het Brabantse verenigingsleven verbroedert of verbrokkelt. In de briefwisseling Verenigt het verenigingsleven? geven experts inzicht in deze vraag en maken ervaringsdeskundigen dit invoelbaar. 

Een brief geeft de ruimte om uit te leggen wat je bedoelt en te reageren op elkaar zonder de polariserende werking van sociale media.

Projectleider Eef Berends: “Lijnen van verschil lopen door Brabant heen. Verschillen die interessant en spannend kunnen zijn maar ook problematisch kunnen zijn of worden. Zeker in deze tijd waarin we staan voor grote veranderingen. Hoe leven we samen in Brabant en hoe geven we samenleven vorm richting de toekomst?”

Lees hieronder de briefwisseling met Maybe!

Beste Maybe,

Tot nu toe hebben we veel gelezen en geleerd over vormen van vereniging die de meesten wel kennen. Denk aan muziekverenigingen, of sport. Ook lazen we over de manier waarop expats zich organiseren en hoe zij aansluiting zoeken binnen of buiten hun bubbels. Daar lazen we over het belang van zelfontplooiing en de vorming van gemeenschappen, versus
traditionele verenigingen.

We schrijven jou om te vragen hoe jij je met jouw ‘Drag Up Family’ verenigt. Welke behoefte vervult deze familie binnen jouw queer community? Herken jij de zoektocht naar zelfontplooiing, en zo ja, hoe hebben jullie deze ingevuld? En zijn jullie als Drag Up Family formeel georganiseerd, of zie je het juist als een informeel netwerk? We kunnen ons voorstellen dat je vanuit de queer community nog steeds veel uitdagingen tegenkomt in de (Brabantse) samenleving. Klopt dat? Op wat voor manier helpt jouw familie je hiermee om te gaan?

Met vriendelijke groet,
BrabantKennis

Beste BrabantKennis,

Wat een vragen! Deze kan ik niet alleen beantwoorden. Daarom ben ik in gesprek gegaan met twee lieve mensen uit de Bossche queer community. We vertegenwoordigen ieder een andere generatie. Zo overleefde Jan van Velthoven de watersnoodramp én de heteronormatieve droogte van de jaren vijftig. Dakota Magdalena Mokhammad scrolt als een malle door haar social media feed en heet MissPeukie in drag. Mij kun je Malou van Doormaal noemen, maar ook Maybe Boozegeoisie, in dragjaren al bijna 60. We zijn verbonden via de Academie voor Beeldvorming, waar Malou artistiek leider is, Maybe Special Manager, Jan bestuurslid, MissPeukie schoonmaker en Dakota onderdeel van de Drag Up Family. 

We delen onze ervaringen hoe wij ons als queer people verenigen in formele én informele netwerken.

Het woord queer wordt nog niet zo lang gebruikt. Vroeger was dat de gayscene. Actiegroepen heetten de Rooje Flikkers of de Roze Driehoek. Er ontstonden ook formele verenigingen op die bestuurlijk, wetgevend en uitvoerend actief waren. Zo was Jan betrokken bij de oprichting van het COC ’s Hertogenbosch in 1975. Daar werden lokale opvang, voorlichting en praatgroepen georganiseerd. Soms zaten er wel 52 mensen in zo’n praatgroep, die soms in iemands woonkamer werd georganiseerd. Kun je het je voorstellen? Jan: ‘Nieuwelingen kwamen soms vol schroom binnen en ik plaagde hen dat ze zichzelf geen homo durfde te noemen. Nou na drie keer noemde ze zichzelf flikker en niet alleen binnenskamers!’ 

In Kazachstan denk je vanuit het collectief, in Nederland rook ik de frisse lucht van individuele vrijheid.

Dakota groeide op in Kazachstan -waar veel anti-homopropaganda bestaat- en herkent het ingewikkelde proces van zelfacceptatie. Dakota: ‘Homo’s worden daar gezien als monsters. Toen ik op mijn twaalfde naar Nederland kwam, kreeg ik een dikke error in mijn hoofd. Een van mijn beste vrienden kwam uit de kast als transman en ineens moest ik met zo’n ‘monster’ in gesprek. Mijn wereldbeeld werd omvergegooid. Het is sowieso wennen als je uit een post-Sovjetland komt. Daar denk je vanuit het collectief, maar in Nederland rook ik de frisse lucht van individuele vrijheid. Dat begon bij een ijscokraam. Kies ik voor dat populaire ijsje omdat ik het lekker vind, of omdat dat van me wordt verwacht? Dat bouwde zich op tot vragen als: met wie wil ik in bed liggen? Wie zal mijn toekomstige partner kunnen zijn? Bevalt het me wat ik in de spiegel zie? Dit had ik allemaal onderdrukt in Kazachstan.’

Ik vond een homojongerenforum waar ik stiekem inlogde. Dat heeft me echt geholpen. Verenigen is niet alleen leuk, het is een noodzaak.

Ik, Maybe, ben zelf geboren en getogen Brabander en herken de zoektocht naar vrijheid. Het was eenzaam op het Brabantse platteland. Over homoseksualiteit niet werd gesproken, er werd vooral mee werd gescholden. Toen ik op vakantie in Italië een biseksueel meisje leerde kennen, vond ik dat direct interessant. Maar ik kon nergens naartoe met mijn gevoelens. Ik vond uiteindelijk een homojongerenforum op internet, Expreszo, waar ik stiekem inlogde. Dat heeft me echt geholpen. Het is wezenlijk om mensen te leren kennen waarin je je niet hoeft te verantwoorden voor je identiteit. Verenigen is niet alleen leuk, het is een noodzaak.

Toen de NS het waagde om een weekendkorting te geven aan echtparen ging Jan op de barricaden.

Tijdens de jeugd van Jan bestond de openheid van sociale media nog niet. Daar was activisme echt nodig om het gedrag en de wetgeving in de maatschappij te veranderen. Jan: ‘Tot 1971 was het op basis van Artikel 248bis nog verboden voor homo’s van 21+ om een relatie te hebben met iemand van 21-. Mensen hebben daarvoor gewoon in de gevangenis gezeten! Ook mochten mensen van hetzelfde geslacht niet trouwen.’ Toen de NS het waagde om een weekendkorting te geven aan echtparen ging Jan op de barricaden. Het was discriminerend, dus ze maakten een loket om te trouwen op perron 1. Dat soort ludieke acties haalden de krant. Jan: ‘We wilden onszelf zijn en eisten daarvoor zichtbaarheid, rechtsgelijkheid en levensplezier. Niet alleen ludiek, soms moesten we er letterlijk voor knokken en dat deden we.’

In de queer gemeenschap is een groot gevoel van respect voor deze geschiedenislessen. Zichtbaarheid en zelfbewustzijn zijn een constante rode draad in het activisme. Drag heeft altijd al bestaan, in alle culturen, bij alle genders en vanuit een scala aan motivaties. Soms is het een persoonlijke zoektocht naar identiteit, soms een vorm van activisme of entertainment.

Zonder drag zou mijn transitieproces veel moeilijker, intenser en pijnlijker zijn geweest. Het heeft het makkelijker, mooier en veiliger gemaakt.

Het raakt me dat Dakota dit zegt. Eenzaamheid is voor mij altijd een belangrijke drijfveer geweest. In 2016 startte ik met wat nu de Drag Up Family heet. Ik nodigde vrienden uit in mijn woonkamer om te experimenteren met drag make-up en looks. Eigenlijk doen we dat nog steeds, al is de woonkamer vervangen door musea, festivals, podia en publieke achterkamertjes. En doe ik het gelukkig niet meer in m’n eentje. Er zijn nu zo’n vijftien mensen betrokken achter de schermen. Soms organiseren we kleinschalige community-events, optredens, workshops of grotere events. Welke vorm het ook krijgt, het is altijd ook een vorm van activisme. Ludiek, maar dan net wat anders.

Maar er is nog veel werk te verzetten. Toen recent het Queer Arts Festival in Den Bosch plaatsvond waren er overwegend positieve reacties. Toch bleek een enkeling bezwaar te hebben en werd het plusje van de LHBTQIA+-gemeenschap vergeleken met pedofilie tijdens een inspraakavond in de gemeenteraad. De politiek bleef overwegend stil. Het Brabants Dagblad gebruikte daarna een foto van de Drag Up Family bij een artikel over de inspraakavond, terwijl we hier niks mee te maken hadden. Dat is pijnlijk en heeft schadelijke effecten op de mentale gezondheid en beeldvorming. Natuurlijk kunnen wij goed voor onszelf opkomen, maar meer steun vanuit de politiek en meer zorgvuldigheid door de media is nodig.

Gelukkig zijn wij een family en hebben we via de appgroep veel steun gehad aan elkaar. Dakota: ‘Je kunt zo’n incident makkelijk wegwuiven, maar door de verontwaardiging in de groep over het artikel voelde ik veel steun van iedereen.’ Jan relativeert de representativiteit van dit incident: ‘Als er 150.000 mensen positief zijn en 50 negatief zul je vooral last hebben van die laatste. Zoek je kracht en laat je niet ontmoedigen door onvermijdelijke zwaktes.’

Om dat op een veilige manier te doen, is het belangrijk dat er een steady gemeenschap is om op terug te vallen. Dat georganiseerde fundament waar Jan onderdeel van was, lijkt minder vanzelfsprekend te zijn geworden. Gelukkig zie ik de laatste paar jaar steeds meer beweging. De oprichting van GSA’s op middelbare scholen, bewustwording bij sportvereniging en politie, de aandacht tijdens culturele evenementen, de opkomst van drag houses en allerlei feestjes. Er zijn zoveel goede initiatieven, dus hoe kunnen we bouwen aan structurele ruimte voor queerness?

Je verenigen vraagt inzet, moed en volharding van de community.

Het is een uitdaging om de incidentele aandacht om te buigen naar langdurige betrokkenheid. Want hoe kunnen we de zorg die achter de schermen nodig is organiseren? Daarvoor is tijd nodig en geld. Want je verenigen vraagt inzet, moed en volharding van de community. Maar het scheppen en onderhouden van de randvoorwaarden vragen ook een duidelijke visie en continuïteit. Vanuit de Drag Up Family proberen we deze veiligheid te bieden, maar dat is helaas vaak onbetaald werk.

Dus de boodschap lijkt me duidelijk:

Give us some moneys honeys!

xoxo Maybe Boozegeoisie